PBM verordening 2016/425: Wat is van belang voor eindgebruikers?
Op 31 maart 2016 is de nieuwe Europese verordening 2016/425 voor persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) gepubliceerd en op 21 april volgend jaar, treedt een belangrijk deel van deze verordening verder in werking. Dit is niet alleen van belang voor alle marktdeelnemers (economic operators) zoals de fabrikanten, importeurs en distributeurs van pbm, maar ook voor werkgevers en eindgebruikers die vanuit de Arbowet en het Arbobesluit, pbm beschikbaar stellen aan werknemers.
Belangrijkste punten in de nieuwe PBM verordening
Voor werkgevers en eindgebruikers die pbm beschikbaar stellen aan werknemers is met name EU Richtlijn 89/656/EEG betreffende minimum voorschriften voor gebruik op het werk van PBM van belang. Hier staat onder art. 4 aangegeven dat een persoonlijk beschermingsmiddel in overeenstemming moet zijn met de ‘communautaire bepalingen inzake ontwerp en constructie op het gebied van veiligheid en gezondheid’ (lees: huidige PBM Richtlijn 89/686/EEG). Vanaf 21 april wanneer de Richtlijn 89/686/EEG wordt ingetrokken, betekent dat ook voor werkgevers dat vanaf dat moment de PBM verordening bij het beschikbaar stellen van pbm van toepassing is.
De EU Richtlijn 89/656/EEG betreffende minimum voorschriften voor gebruik op het werk van pbm, is in de nationale wetgeving ondergebracht onder hoofdstuk 8, van het Arbobesluit. In art. 8.1 van het Arbobesluit betreffende algemene vereisten van pbm wordt hierbij verwezen naar het Warenwetbesluit PBM. Dit Warenwetbesluit wordt nog aangepast op basis van de PBM verordening.
Wat is er voor mij als werkgever/eindgebruiker relevant?
Voor werkgevers en eindgebruikers die pbm beschikbaar stellen aan werknemers is het van belang te weten dat:
- pbm die tot 21 april 2018 (met een overgangstermijn van 1 jaar) door de fabrikant op de markt gebracht zijn en
- pbm die in de organisatie reeds beschikbaar gesteld zijn op basis van Richtlijn 89/656/EEG,
nog maximaal tot 21 april 2023 gebruikt mogen worden, tenzij er sprake is van bijvoorbeeld veroudering van een product of tussentijds verloop van het certificaat.
- Er bij het opstellen van inkoopspecificaties rekening gehouden dient te worden met producten die op basis van de huidige PBM Richtlijn en producten die op basis van de nieuwe PBM verordening zijn gecertificeerd.
Meer informatie?
Contactpersoon: Jos Putman, Hoger Veiligheidskundige M +31 (0)6 539 39 119 of E j.putman@intersafe.eu of gebruik ons contactformulier.