Meerwaarde bieden door kennis
Branchevereniging AVAG veranderde haar naam in Vereniging Veilig en Gezond Werken. De nieuwe voorzitter Oscar Breure wil met zijn leden nieuw beleid vormgeven om fabrikanten, importeurs en distribiteurs van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) te ondersteunen in wetgeving, marktpositie en opleiding. “Je kunt niet van de eerste de beste handelaar een container handschoenen kopen.”
“De naam AVAG was behalve bij onze 48 leden niet erg bekend. Als je AVAG.nl intikt, krijg je een website over glastuinbouw. We willen als vereniging in de toekomst als platform voor alle betrokken partijen optreden. Die professionaliseringsslag was al ingezet. Nu kiezen we ook voor een nieuwe naam: Vereniging Veilig en Gezond Werken. Dat geeft precies aan waar wij ons als brancheverenging voor fabrikanten, importeurs en distribiteurs van pbm voor inzetten”, zegt Oscar Breure. Breure is sinds november de nieuwe voorzitter van de Vereniging Veilig en Gezond Werken. Naast de nieuwe naam, krijgt de vereniging een nieuw logo, een nieuwe huisstijl en een nieuwe website. En er komt nieuw beleid. Breure: “Het mag allemaal wat sprankelender en eigentijdser om leden en andere partijen beter te kunnen informeren. We hopen op die manier nog meer leden aan ons te kunnen binden. Het gaat niet om het vernieuwen om te vernieuwen, maar het geeft een nieuw plan. En dat is nodig, want in de wereld van pbm gebeurt zo veel.”
Kennisdeling
“De branchevereniging staat ervoor de belangen van haar leden beter te behartigen dan individuele leden dat kunnen”, zegt Breure. Kennis voor leden en door leden is daarbij het belangrijkst. “Bij onze leden zit veel kennis. Die deskundigheid willen we meer gebruiken. We verwachten dat onze leden hun kennis op specifieke terreinen gaan delen in de vereniging, zodat we daar als branche beter van worden. Daarin willen we ook nadrukkelijk samenwerken en optrekken met de overheid.” Door de kennisdeling tussen de brancheleden moet de vereniging voor alle leden meerwaarde bieden. Breure: “Als branchevereniging willen wij dat onze leden veiligheid beter verkopen dan niet-leden. Iedereen verkoopt tegenwoordig pbm. Bij elke doe-het-zelf winkel kun je een stofmasker kopen. Maar er zijn helaas nog steeds veel producten die niet gecertificeerd zijn of waar iets schort aan de certificering. Het kennisniveau is niet overal even groot. Onze leden kunnen zich onderscheiden met hun kennis, zodat er goede keuzes gemaakt worden bij de inkoop. En onze leden, werkgevers en werknemers als eindgebruiker, goed kunnen blijven adviseren. Daarom hameren we zo op opleiding.”
Veranderingen
Volgens Breure verandert er veel rondom pbm. Door nieuwe technieken krijgen producten veel meer mogelijkheden, zoals warmtesensoren in kleding en verkleurende labels op filters bij adembescherming die aangeven dat het product vervangen moet worden. “Deze ‘smart-pbm’ maken het mogelijk om beter in te spelen op behoeften van klanten”, aldus Breure. Tegelijk veranderen leveranciers, zegt hij. “Grote marktspelers hebben veel kleinere leveranciers overgenomen en leveren nu het hele pakket beschermingsmiddelen van top tot teen. Andere partijen specialiseren zich juist. En er is toenemende globalisatie in de markt, met minder lokale spelers. Helmen en adembescherming worden vrijwel helemaal niet meer in Nederland gemaakt. Dat komt voor een groot deel uit het ‘Verre Oosten’. De kwaliteit kan best goed zijn; In sommige innovaties loopt Azië voorop. Maar je moet het wel goed controleren en weten waar een product op basis van Europese regelgeving aan moet voldoen. En de klant-kant verandert, signaleert Breure. “Zware industrie heeft het moeilijk in Nederland. Andere sectoren, zoals de logistiek, groeien. Er is in die sector behoefte aan schoenen en handschoenen, maar daar raak je geen zware adembescherming kwijt. Er is een verschuiving in het marksegment.”
PBM-verordening
Naast deze marktontwikkelingen staat er belangrijke nieuwe wetgeving voor de deur. Per 21 april 2018 treedt een belangrijk deel van de PBM-verordening (EU) 2016-425 verder in werking, met de periode tussen 21 april 2018 en 21 april 2019 als overgangsperiode. “Die 12 maanden lijkt genoeg tijd, maar er is nog een hoop werk te verrichten voor alle Notified Bodies en overige marktpartijen.” De nieuwe wet schrijft voor dat alle Notified Bodies in Europa, de keuringsinstanties die per land pbm keuren en fabrikanten certificaten afgeven, pbm op duidelijkere wijze moeten gaan keuren. Op dit moment bestaan daar nog wel eens verschillen tussen. Nu kan een product in het ene land wel en in een ander land niet goedgekeurd worden. “Daarom is de wetgeving in Europa gelijk getrokken en worden alle Notified Bodies op dit moment opnieuw geaccrediteerd volgens de PBMverordening 2016-425. Er zijn op dit moment nog interpretatieverschillen en dat maakt het lastig.” De verwachting is dat 70 procent van de Notified Bodies aan het eind van dit jaar geaccrediteerd zullen zijn, de rest begin 2018. Breure: “Dat moet, want voor 21 april 2019 moeten alle certificaten van pbm die volgens de oude richtlijn 89/686/EG afgegeven zijn, opnieuw afgegeven worden. De
grote zorg is of dat allemaal voor die datum gaat lukken.”
Certificaten
Volgens Breure zijn er naar schatting 400.000 certificaten in omloop. Een deel van de producten uit de markt vervalt, maar zo’n 300.000 producten moeten een nieuw certificaat krijgen. “Als een product voldoet aan de laatste geharmoniseerde productnorm, kan het een papieren transactie zijn, maar het moet wel opnieuw worden afgegeven. Daarnaast zijn er ook producten die nog volgens oudere normeringen zijn gecertificeerd. Die producten moeten hertest worden volgens de laatste stand der techniek. Dat is een uitdaging, want daar is, zo wordt ingeschat vanuit de brancheorganisaties, weinig tijd voor. Dat kan een probleem worden in de markt.” Breure juicht de nieuwe eisen wel toe. “Straks weet je dat je met meer zekerheid met veilige producten werkt. Certificaten moeten ook om de vijf jaar worden herzien volgens de laatste norm. Dat is goede business voor de Notified Bodies, maar ze moeten het wel aan kunnen. Ik denk ook dat fabrikanten sommige producten uit het assortiment halen, om kosten te verminderen. Dat kan ook.”
ESF
Breure stelt dat met de nieuwe wetgeving duidelijker de rechten en plichten van fabrikant, importeur en distribiteur worden neergezet. Maar er staat dus nog het nodige te doen. In Europees verband trekt de branchevereniging op in de European Safety Federation (ESF), waar Rinus Brinks ons in Brussel vertegenwoordigt. Breure: “De ESF is de link naar de Europese Commissie en geeft veel input voor de aanpassingen. In de ESF komt alle kennis van de Europese brancheverenigingen samen en horen we informatie over de nieuwste ontwikkelingen. Als branchevereniging zenden we die informatie terug naar onze leden. Ik wil ook graag de samenwerking met onze Belgische zusterorganisatie Febelsafe intensiveren om kennis te delen.” (Bron: Vakblad Arbo nr 3 2017, Vakmedianet)
Meer weten
Neem voor meer informatie contact met ons op.