Het masker ontmaskerd
Het is misschien wel één van de meest besproken onderwerpen in de coronacrisis: mond-neusmaskers. Discussies over de verkrijgbaarheid, verscheidenheid, betrouwbaarheid en veiligheid vulden de talkshows en nieuwsitems. Wat zijn de feiten? Voor welke uitdagingen staat de PBM-branche? En hoe zorgt Intersafe in deze bijzondere tijd voor compliancy? Sales Manager van Intersafe Wim Lubbers gaat op zoek naar de antwoorden in gesprek met Hoger Veiligheidskundige Jos Putman.

Het is het ultieme symbool van ‘Het Nieuwe Normaal’: vergaderen en overleggen via videoconferencing. Ook Jos en Wim treffen elkaar online, ieder vanuit de veilige omgeving van hun ‘thuiskantoor’. Beide heren zijn er al helemaal aan gewend. “Je hebt in ieder geval geen mondkapje nodig”, stelt Jos. Toch heeft het ook een keerzijde, vindt Wim. Met een knipoog: “Ik moet oppassen dat ik het autorijden niet verleer!”
Medisch versus niet-medisch
Welk masker biedt welke bescherming? En wat is nu precies het niet-medische mondkapje dat sinds 1 juni 2020 in het OV verplicht is voor OV-personeel en reizigers vanaf 13 jaar? Ook bij de klanten van Intersafe heerst soms onduidelijkheid over de mond-neusmaskers. Die verwarring ontstaat vooral door de verschillende soorten en typen, legt Jos uit: “Ten eerste kennen we in de branche beschermende maskers. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) die een bepaalde mate van bescherming bieden tegen deeltjes en kleine druppeltjes (aerosolen). Typen FFP2 en FFP3 beschermen de drager tegen het virus”. De beschermende maskers hebben een CE-markering en moeten voldoen aan de EU-verordening 2016/425 en de EU-norm EN 149:2001+A1:2009.
De tweede soort zijn medische maskers. Deze maskers beschermen niet de drager van het masker, maar de omgeving. Jos: “We onderscheiden type I, II en IIR. De laatste twee noemen we ook wel chirurgische maskers, waarbij type IIR getest is op druppeldoorlaatbaarheid.” Ze hebben een CE-markering en moeten voldoen aan de EU-Richtlijn 93/42/EEG en de EU-norm EN 14683:2019.
Maskers uit beide categorieën worden gebruikt in de gezondheidszorg. “Dus als we praten over niet-medische mondneusmaskers voor het OV, dan zijn dat maskers die NIET in één van deze twee categorieën vallen en geen bescherming geven als persoonlijk beschermingsmiddel of medisch hulpmiddel. Deze maskers hebben dan ook geen CE-markering.”
‘Beschermingsfactor’
Ook klanten van Intersafe gebruiken beschermende maskers. Wim: “We leveren zowel maskers mét als zonder uitademventiel aan diverse branches. Zeker in de industrie is een uitademventiel een pré vanwege de soms warme en vochtige werkomstandigheden. Maar is in deze tijd een masker met ventiel wel verstandig”, vraagt hij zich af.
Jos is daar duidelijk over: “Het is inderdaad een discussiepunt. Beschermende maskers beschermen voornamelijk de drager. Zeker met een uitademventiel is de omgeving minder beschermd. Houd dus ook mét masker gewoon zoveel mogelijk afstand van elkaar.” De medische wereld ziet het liefst een masker dat zowel de drager als de omgeving beschermt. Daarom adviseert de World Health Organization (WHO) het Amerikaanse N95-masker.
En dat zorgt meteen weer voor verwarring. Jos: “Dit masker is normaliter niet toegestaan in de EU omdat het niet aan de EN 149-norm voldoet. Qua filtercapaciteit komt het FFP2-masker het dichtst in de buurt van de N95. We zagen dus ineens dat op veel plaatsen het FFP2-masker werd gebruikt, terwijl het FFP3-masker feitelijk beter beschermt tegen microbiologische agentia, waar het coronavirus volgens de Arbowet officieel onder valt. Ten opzichte van FFP2 heeft het FFP3-masker een betere afwerking waardoor er ook minder inwaartse lekkage optreedt”
Schimmige certificering
De verwarring rondom de verschillende typen maskers brengt een uitdaging aan het licht waar Jos zich al lange tijd mee bezig houdt: “Zoveel landen, zoveel normen. Wereldwijd kennen we minstens tien verschillende soorten standaarden. Het coronavirus heeft overal dezelfde eigenschappen en zorgt wereldwijd voor dezelfde schade.
We moeten daarom toe naar een ISO normering als mondiale standaard voor beschermende maskers.” Een dergelijke standaard kan veel ellende en onduidelijkheid voorkomen. De markt wordt nu overspoeld met maskers van discutabele kwaliteit. Vaak van producenten die nieuw zijn in de branche. “Zelfs gerenommeerde Nederlandse webwinkels bieden medische maskers aan zoals het KN95 masker op basis van de Chinese norm GB2626:2006 en die ook gemarkeerd zijn op basis van onze Europese FFP2- normering”, constateert Wim. “Dat kán gewoon niet! Je vraagt je af óf en door wie deze maskers zijn gecertificeerd.”
Ook komen beide heren ondeugdelijke maskers tegen die uiterlijk tóch lijken te voldoen aan alle vereisten. Er staat bijvoorbeeld een CE-markering op en ook het nummer van de keuringsinstantie (notified body) is aanwezig. “Maar als we ons er iets verder in verdiepen, blijkt het nummer van een notified body te zijn die helemaal niet geaccrediteerd is om medische hulpmiddelen of beschermende maskers te testen en te certificeren”, benadrukt Jos. “Er is dan gewoon een willekeurig nummer en certificaat gekopieerd.
Deze maskers zijn vaak dus helemaal niet getest op bijvoorbeeld inwaartse lekkage. Als inkoper of eindgebruiker ben je in de veronderstelling dat je een veilig masker hebt dat voldoet aan alle eisen, terwijl dat dus niet zo is. Letterlijk levensgevaarlijk!”
Vertrouw de vakspecialist
Hoewel de crisis voor veel onzekerheid zorgt, levert deze periode ook waardevolle lessen op. “Dat we naar een wereldwijde standaard moeten, is één van de belangrijkste”, vindt Jos. Daarnaast voorziet hij dat mond-neusmaskers er over een paar jaar heel anders uitzien. De huidige maskers zijn namelijk ontwikkeld op basis van een norm van bijna twintig jaar oud. “Deze crisis toont duidelijk de tekortkomingen aan.
We hebben beschermende maskers die min of meer ‘toevallig’ ook tegen virussen beschermen, maar we moeten naar maskers toe die hier specifiek voor zijn ontwikkeld. Ik verwacht dat de wetenschap in samenwerking met fabrikanten hierin het voortouw nemen.” Ook ziet Jos dat de crisis de toegevoegde waarde van vakspecialisten op het gebied van PBM’s nog eens extra benadrukt.
Vooral vanwege het oerwoud aan normen en het risico op fraude. “Als inkoper draag je de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en gezondheid van mensen. Dan wil je er toch zeker van zijn dat je deugdelijk materiaal koopt? Bij een specialist als Intersafe kun je daarop vertrouwen. Door eigen controles, checks en tests bewaken zij de compliancy.”